En als we de mens nu eens centraal plaatsen?
Lijstjes, checklists, normen, regels, certificaten, kwaliteitslabels. Als architect word je ermee rond de oren geslagen. Vaak zijn ze goed bedoeld en in het leven geroepen om betere gebouwen te maken. Efficiënter. Duurzamer ook. Die intentie kan ik alleen maar toejuichen. Willen we niet allemaal een mooie, veilige omgeving die met respect voor onze planeet en een interessant financieel plaatje wordt opgebouwd?
Terug naar de essentie
En toch ontdek ik in die visie weinig over wat mensen écht nodig hebben. Elementen die ervoor zorgen dat we ons goed voelen, waardoor we beter functioneren en meer mogelijkheden creëren. Factoren die onnodige stress vermijden en zo kansen blootleggen, voor mensen met en zonder handicap. Ik noem het de mens-factoren. ’De binnenruimte zelf is de realiteit van het gebouw‘, zei Frank Lloyd Wright ooit. Misschien is het tijd om terug te gaan naar de essentie, de eigenlijke reden waarom we gebouwen maken, en wat we daarvoor nodig hebben: om te wonen, te werken, te leren, te zorgen, ons te ontspannen, kortom: om onszelf te kunnen zijn?
Ondersteunende omgevingen
In een omgeving waarin we soms overspoeld raken door prikkels en een steeds sneller evoluerende tijd zie ik mensen heel vaak worstelen met stress. Stress die veroorzaakt wordt door verschillende factoren, maar ook stress of onrust die direct of indirect te linken is aan de fysieke omgeving waarin mensen verblijven: een teveel aan (negatieve) prikkels, onduidelijkheid, de ontoegankelijkheid van een ruimte, een gebrek aan privacy of onvoldoende ruimte voor persoonlijke inbreng. Stress beperkt mensen ernstig in hun mogelijkheden. Langdurige stress kan zelfs leiden tot ziekte, burn-out of depressie. Een heel actuele problematiek: nog nooit kampte België met zoveel langdurig zieke werknemers.
Onderzoek toont aan dat de fysieke omgeving het gedrag, de gezondheid en het welzijn van mensen in grote mate beïnvloedt. Daarbij spelen toegankelijkheid, zintuiglijke waarneming en cognitieve beleving (hoe we een omgeving begrijpen en er onze weg in vinden) een belangrijke rol, maar ook de mate van sociale interactie, zelfstandigheid, eigenheid en zingeving. Allemaal factoren waarmee architecten perfect aan de slag kunnen gaan.
Voor mensen met dementie, die door hun ziekte alle oriëntatie in tijd, ruimte en zichzelf verliezen, biedt de omgeving een cruciale houvast. Een goede contrastwerking creëert niet alleen leesbaarheid en duidelijkheid, maar helpt ook herinneren aan belangrijke functies zoals bijvoorbeeld naar het toilet gaan of het starten van een activiteit. De camouflage van zaken die onnodige afleiding of frustratie zouden kunnen veroorzaken, zorgt voor rust. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor de mensen in hun omgeving.
Voor mensen met autisme is een gestructureerde, overzichtelijke en leesbare omgeving evenzeer van belang om zich goed te oriënteren in de ruimte en het overzicht te behouden. Leesbare, begrijpbare en overzichtelijke ruimten optimaliseren de voorspelbaarheid en dus het gevoel van rust. Veel mensen met autisme hebben zintuiglijke over- of ondergevoeligheden die hun welzijn sterk kunnen beïnvloeden. Zo is geluid een heel belangrijke stressfactor. Toch werken velen vaak in een kantooromgeving die daarmee te weinig rekening houdt. Om nog maar te zwijgen van schoolgebouwen of sportcentra. Ook de aankleding van de ruimten is van belang, zodat mensen zich er veilig en op hun gemak voelen. Jammer genoeg duikt in die context te pas en te onpas het woord ‘prikkelarm’ op, waardoor vaak goedbedoeld wordt geadviseerd om voor mensen met autisme zoveel mogelijk prikkels te elimineren en te kiezen voor een kale ruimte, waar kleur, huiselijkheid en herkenningspunten volledig zoek zijn. Heel wat mensen met autisme verkiezen echter voorspelbare en gedoseerde prikkels in een huiselijke omgeving, waarbij het basiscomfort primeert en ze zelf prikkels kunnen aanpassen.
Kanaries in de mijn
Misschien zijn het net die mensen – mensen met autisme, dementie, een fysieke of verstandelijke handicap, ADHD, hoogsensitiviteit of welk ’label‘ dan ook – die het ons expliciet laten zien wanneer er iets mis is met onze omgeving. Net als kanaries in de mijn.
Door hun noden te onderzoeken en onze omgeving daaraan aan te passen, kunnen we niet alleen hen, maar ook vele anderen ondersteunen. Ik ben er zeker van dat we heel wat behoeften en wensen zullen ontdekken die we met elkaar gemeen hebben. Zo vinden weinig mensen het aangenaam om te dineren in een mooi restaurant waar je elkaar niet kan verstaan door het lawaai. Voor een belangrijke afspraak snel de weg vinden naar en in een onbekend gebouw is voor velen een hele geruststelling. Iedereen heeft er wel eens nood aan om zich terug te trekken en even tot zichzelf te komen. Waarom zouden we termen als ’dementievriendelijk‘ en ’autismevriendelijk‘ dan niet gewoon ‘mensvriendelijk’ noemen?
Dus, beste collega-ontwerpers, deze warme oproep: laat ons teruggaan naar de essentie en de kracht van een ontwerp gebruiken om mensen te ondersteunen in wie ze zijn en wat ze nodig hebben. Wordt ons takenpakket daarmee nog uitgebreider? Misschien. Anders, als je het mij vraagt. Er wordt vooral tegemoetgekomen aan de hoop van veel mensen. En uiteindelijk worden we daar allemaal beter van …